Gevilt vacht op een krukje
Een kei van vilt
Workshop vachtvilten
Vilten was vermoedelijk de eerste vorm van textielbewerking die de mens maakte en ging de uitvinding van het weven en het breien ruimschoots voor. De oudste bewaarde viltresten dateren van ca. 6500 voor Christus en werden gevonden in Klein-Azië. In Azië wordt vilt al sinds jaar en dag gebruikt voor wanden, daken, bedden, maar ook voor kleding zoals jassen, schoenen en hoeden. De Romeinen gebruikten het vilt zelfs ter bescherming in hun wapenuitrusting, het beschermde hun tegen de ijzeren wapens en zelfs tegen vuur. Het verhaal gaat dat het vilten per toeval werd ontdekt doordat men plukjes wol op de zool van de schoen legde. Dit voelde lekker warm aan. De wol kreeg dan continue druk tijdens het lopen en samen met een beetje vocht (zweetvoeten) wrijving en warme, ontstond er een mooie platte zool.
Dat is ook het principe van vilten; wol, vocht en wrijving, meer heb je niet nodig! Dit kun je met geen enkele andere vezelsoort bereiken. Dat maakt het proces van het vilten zo bijzonder.
Vilt maken mag dan (waarschijnlijk) de oudste manier van stof maken zijn, het is allesbehalve oubollig. Grote ontwerpers werken met vilt in hun kleding, de mooiste kleding en woonaccessoires worden tegenwoordig van vilt gemaakt. Vilt is niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij.